Daders en straffen
Op 13 april 1945 werd Oosterwolde bevrijd. Bij de bevrijding van Donkerbroek werden enkele Duitse soldaten gevangen genomen door het verzet. Uit wanhoop en verdriet zou pake deze soldaten geschopt hebben [i]. Of dit waar is weet ik niet, het is voorstelbaar. Wel weet ik dat er in de doos van mijn moeder ook een Duitse onderscheiding zat die pake zou hebben afgepakt van een Duitse soldaat. Ik heb dat ding later herkend als een zogenaamd ‘Reichssportabzeichen Deutscher Reichsbund für Leibesübungen’, een soort sportmedaille dus [ii]. Het is mij niet bekend waar die onderscheiding gebleven is.
Direct na de bevrijding op 5 mei 1945 deed pake aangifte bij de politie van de razzia en noemde daarbij meteen alle namen van de mannen die daarbij aanwezig zijn geweest, inclusief Melker natuurlijk. Melker was als gewond militair in zijn kraag gevat, hij had granaatscherven in zijn heupen en zijn buik en een schotwond in zijn arm. Tijdens zijn detentie werd hem de juiste medische verzorging onthouden, pas in 1947 is hij geopereerd. Hij zou de rest van zijn leven last van zijn oorlogsverwondingen houden.
In 1948 dienden verschillende zaken tegen de landwachters die bij de razzia aanwezig zijn geweest en waarbij pake één van de getuigen was: Ype Velde (op 28 januari 1948 veroordeeld tot 10 jaar Rijkswerkinrichting (RWI)), Klaas van Apeldoorn (op 24 maart 1948 veroordeeld tot 7,5 jaar RWI), Hendrik van Riesen (op 24 maart 1948 veroordeeld tot 7 jaar RWI) en Luite van der Meulen (proces 13 oktober 1948, veroordeling onbekend).
Op 16 november 1948 diende de rechtszaak tegen Melker voor het Bijzonder Gerechtshof in Leeuwarden, onder leiding van mr. J.B.J. Heymeijer. Pake was één van de 30 getuigen à charge tijdens het proces, in het strafdossier zitten 112 verklaringen. Nadat pake vertelde wat Melker gedaan had tijdens de razzia op 23 juni 1944 zei Melker: ‘Het persoonsbewijs van de zoon was vals. De leiding van de Landwacht was bij de SS en ik als SS'er moest alle opdrachten uitvoeren, al kunt u, meneer de President, zich dat nu misschien niet begrijpen. Dat de zoon van getuige niet is teruggekomen, is mee te wijten aan het optreden van zijn vader.’ Tijdens de andere getuigenverklaringen ging het niet veel anders. Melker gaf op geen enkele wijze blijk dat hij begreep welke schade hij had aangericht, laat staan dat hij blijk gaf van enig berouw.
Melker werd ervan beschuldigd 12 mensen de dood in te hebben gejaagd, naast meevechten met de vijand, mishandeling, brandstichting, diefstal en sadisme. De advocaat-fiscaal mr. Nubé eiste daarom een levenslange gevangenisstraf en ontzetting uit de burgerlijke rechten. De toegevoegd advocaat van Melker, mr. Schootstra, voerde aan dat Melker deed wat hem was opgedragen, dat hij daarvoor ook een eed had afgelegd en handelde vanuit zijn – achteraf bezien foute – ideologische inzichten. Daarnaast was Melker al gestraft door zijn opgelopen slecht behandelde verwondingen. Op 30 november 1948 werd Melker door de Bijzondere Rechtbank tot levenslang veroordeeld.
Tien jaar later op 25 maart 1958 kreeg Melker gratie: ‘De Raad komt eenparig tot eenzelfde advies, zulks aangezien ondanks den groten ernst der gepleegde feiten, de veroordeelde dit op grond van zijn gunstig en flink gedrag gedurende zijn detentie, alsmede uit hoofde van den moeilijken lichamelijke toestand van hem zelf alsook van zijn vrouw, geacht moet worden te hebben verdiend.’
[i] ‘Razzia in Donkerbroek’ artikel in de Nieuwe Ooststellingwerver ter ere van 50 jaar Nederland vrij.
[ii] Sport und sportmedizin im Nationalsozialistischen Deutschland, Jörn-Arne Ristau, promotie 1 februari 2013.
Bevrijding Donkerbroek op 13 april 1945 [i]
Reichssportabzeichen Deutscher Reichsbund für Leibesübungen (DRL)(Wo2verzameling.nl)
Krantenknipsel Leeuwarder Courant 30 november 1948